Ik krijg een vrouw aan de lijn. Haar stem is niet al te jong. Ze spreekt gehaast alsof ze elk moment gestoord kan worden, haalt veel adem tussen de regels door. Haar zinnen zijn duidelijk geformuleerd. Helder en to the point. Iemand die veel telefoonverkeer gewend is. Haar vraag is duidelijk: ‘Ik wil met drie collega’s een bedrijf starten. Wat is beter een B.V., een V.o.F. of starten vanuit een eenmans(vrouws)zaak?’
De vragen die mij gesteld worden, zijn niet altijd de vragen waar men het antwoord op zoekt. Dat blijkt nu ook het geval te zijn. De vrouw aan de lijn is de dag ervoor met drie collega’s ontslagen. Dat ontslag komt niet helemaal onverwacht want het ging niet goed met de zaak. Iets met advisering in en rond de zorg.
Ondernemen na ontslag
Ik vat haar verhaal als volgt samen. “U bent dus samen met enkele collega’s gisteren ontslagen, omdat het bedrijf zijn diensten steeds moeilijker kan verkopen. Er is volgens u geen sprake van slecht management, maar de maatschappelijke veranderingen spelen een hoofdrol.” “Ja, dat klopt.”
“U bent heel voortvarend. Nu al, ‘the day after’, aan de slag met uw ondernemersplan.”
“Ik zie niet in waarom ik tijd zou moeten verliezen,” zegt ze gedecideerd,“ik zag deze situatie al een jaar geleden aankomen.”
“Dan zag u misschien ook wat er fout ging. Weet u al wat u als ondernemer anders wilt gaan doen om niet in dezelfde valkuil te belanden?”, vraag ik vriendelijk, “Uiteindelijk kun je beter van andermans fouten leren dan van die van jezelf.” Het blijft even stil.
“Nee, daar zijn we nog niet uit,” zegt ze professioneel beheerst.
“Waarom wilt u eigenlijk ondernemer worden,” vraag ik verder. Zoals verwacht ziet zij met haar collega’s geen kansen op de arbeidsmarkt en ‘je moet toch wat’.
Wil je het eigenlijk wel?
“Wilt u eigenlijk wel ondernemer worden?”, is mijn volgende vraag. Er volgt weer een stilte.
“Neen”, zegt ze en voor het eerst spreekt ze rustig, alsof er iets van haar afvalt, “maar we zijn heel vakbekwaam en kennen onze klanten. We zien wel tegen de rompslomp op en het is echt moeilijk om alles op een rij te krijgen. Maar vindt u dat ik te hard van stapel loop?”
“Nee, als u een goed plan hebt, kansen ziet en er al uw energie in wilt steken, dan is morgen een mooie dag om te beginnen. Maar als ondernemerschap zich door omstandigheden opdringt, als u opziet tegen de bijkomstigheden, maak zeker dan een goed plan, stop het een tijdje in een la en lees het over een paar weken nog eens door. Bespreek het plan met andere mensen, mensen die kritiek kunnen en durven geven, en overweeg uw gezinssituatie (Ja… dit laatste zeg ik ook tegen mannen. Veel mannen echter vinden dit niet eens vanzelfsprekend. Soms moet ik het zelfs uitleggen!) Verwerk eerst oude teleurstellingen zoals ontslag en pak dan de draad weer op.”
“Misschien moet ik pas op de plaats maken… wat vindt u? Ben ik aan het overcompenseren?” Haar energieniveau klinkt nu stukken beter.
“Weet u,” begin ik mijn advies, “er zijn mensen die zich bijvoorbeeld na een gestrand huwelijk, direct al in een nieuwe relatie storten. Ik ken er niet één die er gelukkig van is geworden. Ik bedoel te zeggen dat als uw plan goed is, dat plan over een maand ook goed is. Ook ontslag is een proces waar je doorheen moet. Het is aan u om te bepalen wanneer u de volgende stap doet. Maar je moet er wel aan toe zijn.”
Lachend zegt ze: “Ik dacht dat u mensen alleen maar het ondernemerschap zou aanraden?”
“Ja, natuurlijk. Maar liever wel mensen die zich goed voorbereiden en goed gemotiveerd zijn. Daar dragen we graag aan bij. Als KvK moeten we alle mensen inschrijven die (willen gaan) ondernemen ongeacht hun motivatie. We realiseren ons wel dat iedere ondernemer die mislukt, ellende veroorzaakt. Zowel voor zichzelf, zijn/haar gezin als voor leveranciers en klanten. Het gevolg is meestal een aantal niet betaalde rekeningen! Daar is altijd iemand de dupe van.”
We nemen afscheid en ik hang op. Ik hoop dat ze binnenkort terugbelt.
Zeker weten dat ze het gaat redden!