Waarom uitstelgedrag alleen maar voor onrust en stress zorgt.
“Morgen begin ik, echt”. Of “Eerst even thee halen, anders kom ik niet op gang”. Maar ook “Het is niet handig om daar nu aan te beginnen, dat doe ik strakjes wel”. Herken je één van deze gedachten? Als we eerlijk tegenover onszelf zijn, weten we dat dit eigenlijk alleen maar smoesjes zijn om niet te hoeven beginnen aan iets. Die smoesjes hebben een officiële naam: uitstelgedrag. Heb je je ooit gerealiseerd dat het inzetten van je ‘uitstelkwaliteiten’ voor onrust en stress kan zorgen?
Je hebt je er vaak onbewust in bekwaamd: op het moment dat je iets moet doen waar je geen zin in hebt of tegenop ziet, verzin je spontaan een andere klus. Hierdoor hoef je niet aan de slag met dat wat je wilde gaan doen. Op dat moment kun je je daarbij goed voelen. Want, wat je nu doet, is immers ook nuttig? Zolang je met uitstelgedrag bezig bent, hoef je je geen zorgen te maken over de klussen die je eigenlijk nog zou moeten afhandelen. Echter, je komt zo niet toe aan dat wat echt moet gebeuren.
Een andere reden om uit te stellen kan zijn dat je erg tegen een klus op ziet. En dus niet durft te beginnen. Realiseer je je echter dat de vrees voor het afhandelen van een actie vaak meer tijd en energie kost dan de taak zelf.
Jezelf voor de gek houden
Waarom stellen we toch uit? Op korte termijn lijkt het heel rendabel om een afspraak met jezelf niet na te komen. Dus om niet te doen wat je je voorgenomen had. Omdat je bijvoorbeeld geen zin hebt. Alleen, door uit te stellen wordt het werk niet minder en het probleem lost zich ook niet vanzelf op. Eigenlijk maak je het voor jezelf alleen maar erger door er niet aan te beginnen. Ergens in je hoofd blijft namelijk hangen dat je die actie nog moet doen. Blijf je klussen uitstellen, dan zal de onrust in je hoofd alleen maar toenemen. Op de lange termijn heb je dan eigenlijk alleen maar last van je eigen uitstelgedrag.
Bewust van je eigen uitstelgedrag
Wil je stress door uitstelgedrag voorkomen? Dan is het belangrijk om je bewust te worden van jouw uitstelgedrag.
Elke keer als je opmerkt dat je aan het uitstellen bent, vraag jezelf dan de volgende dingen af:
* Waarom stel ik uit en pak ik het niet direct op?
* Wat levert het mij op als ik uitstel?
* Wat is het risico van mijn uitstelgedrag?
De kans is groot dat je na het beantwoorden van deze vragen besluit om maar meteen aan de slag te gaan. Maar… hoe?
Bepaal je doel
Het is goed om voor jezelf te bepalen wat je uiteindelijke doel is. Als je dit helder hebt, is het vaak veel gemakkelijker om aan de slag te gaan. Zo aan het begin van de zomer hoor ik veel mensen om me heen die willen gaan sporten zodat die zomerkleren net even lekkerder zitten. Meer sporten wordt dan aangemerkt als hun doelstelling. Maar sporten is een middel om iets te bereiken! De eigenlijke doelstelling is ‘gezonder leven’ (of een paar pondjes kwijt) en het hulpmiddel dat je daarbij in wilt zetten kan onder andere sporten zijn. Bepaal dus wat jouw doelstelling is en welke middelen je daarbij in kunt zetten om ze te bereiken.
Kleine onderdelen
Het geheim om vervolgens in actie te komen is om een grote doelstelling op te delen kleine concrete acties. Met andere woorden: hak je project in stukjes. Dus blok geen vier uur om aan de slag te gaan met het schrijven van een rapport, maar reserveer een half uur in je agenda om de benodigde cijfers voor het rapport te verzamelen.
Motiveer jezelf!
De kans dat je aan een kleine taak begint is vele malen groter omdat hij beter te overzien is. En, hoe denk je dat je jezelf voelt als je deze werkzaamheden hebt afgerond? Dat stimuleert zeer waarschijnlijk om door te gaan en mag je vervolgens best trots op jezelf zijn. Zonder uitstel!